_Wymbritseradiel
vlag_friesland
vlag_friesland vlag homm
nederland-vlag-bewegende-animatie-0007
kip2
kip2
scannen0042 (2)
slide0010_image051
slide0010_image051

 23-11 2023

dierenanimaties-00612
dierenanimaties-00535
BuiltWithNOF

webontwerp M.Engbers

Geurt Franzen vertelde

Opgericht 30 november 1954

             Smoesje niet geloofd van eierdief Wanroij

Geurt Franzen

vertelde op 14 juli 2017 om 11:42 uur

Peter van de Ven uit Wanroij dacht met een smoesje de veldwachter wel om de tuin te kunnen leiden. Maar de wetshandhaver geloofde niks van het verhaal dat de Wanroijnaar hem op maandag 6 april 1874 op de mouw wilde spelden. De 24-jarige boer zei dat hij aardappelen in zijn zak had ‘omdat ze er thuis te veel van hadden gehad.’

Echt niet. De veldwachter wist heel goed wat Van de Ven met die aardappels van plan was. En hij had hem ook een tijdje geobserveerd. De boer was zigzaggend over een weiland gelopen in het Broek, in Wanroij. Zoekend, af en toe bukkend. En als hij ergens een kievit had zien landen, was hij naar die plek gelopen. Van de Ven was kievitseieren aan het rapen geweest, daar was de veldwachter van overtuigd. Op andermans grond.

 

En steeds als hij een ei weghaalde uit een nest, legde hij een aardappel ervoor in de plaats. Want dat was algemeen bekend: een kievit gaat pas broeden als hij vier eieren in zijn nest heeft liggen. Zolang het geen kwartet is, legt hij gewoon door. Als de eierraper een fopei in het nest legt, kan hij het vogeltje nog een tijdje ‘uitmelken’.

Aan banden

Tegenwoordig is het rapen van kievitseieren verboden, behalve, onder strenge voorwaarden in Friesland. Maar al sinds de zestiende eeuw wordt het rapen van kievitseieren in Nederland op verschillende manieren aan banden gelegd. Niet uit oogpunt van vogelbescherming, zoals tegenwoordig. Op de eerste plaats gebeurde het om te voorkomen dat wild terechtkwam bij de verkeerde mensen. Dat behoorde aan de eigenaar van de grond toe, meestal de adel. Het rapen van kievitseieren werd door sommige stropers als voorwendsel gebruikt: eigenlijk raapten ze eieren van patrijzen en hoenders, wild dat de landeigenaar toebehoorde. Naast het argument van de eigendom, gold er het besef dat als je álle eieren van een vogel raapt, je de volgende jaren helemaal niks kunt oogsten. Dus werd het eierrapen beperkt om de vogels de kans te geven zich voort te planten.

Anno 1874 was het rapen van kievitseieren in de jachtwet alleen verboden op andermans grond. Er was een levendige handel in kievitseieren, die als een lekkernij werden beschouwd en tot vier keer duurder waren dan een kippenei. Ze werden met kisten vol naar Engeland verscheept.

 

Valse naam

De veldwachter had Van de Ven een jaar eerder onder Beugen ook al betrapt. Toen had hij zelfs een valse naam opgegeven. De kantonrechter in Boxmeer veroordeelde de Wanroijse boer voorjaar 1874 tot het betalen van twee boetes. Tien gulden voor het stropen van eieren, veertig voor het opgeven van een valse naam. Van de Ven ging in beroep bij de rechtbank in Den Bosch, maar ook die rechters trapten niet in zijn verhaal. Ook volgens hen stond onomstotelijk vast dat de boer illegaal eieren had geraapt en ze handhaafden de boetes. De 24-jarige Wanroijnaar was eigenwijs en vertikte het om de boetes te betalen. En dus belandde hij achter de tralies, want voor elke boete die niet werd voldaan, stond een aantal dagen gevangenisstraf. Acht dagen, van 28 oktober tot 4 november 1874, verbleef de landbouwer, die volgens het gevangenisregister al vroeg kalend was, in de cel. Zijn gedrag was goed en hij zorgde er tijdens de rest van zijn lange leven - hij werd 84 – voor dat hij niet meer met justitie in aanraking kwam.

                                            TH. Batstra